Baby gaat niet goed, ouder ook niet: de band versterken in de Ouders-Baby-eenheid van het Kinderziekenhuis (HUDERF)

In 2024 is het aantal psychologische consultaties voor kinderen van 0 tot 4 jaar met 50 % gestegen ten opzichte van het jaar ervoor.

Als de baby zich slecht voelt, lijdt de ouder mee: het is hoog tijd om de band te versterken

De cijfers van het RIZIV liegen er niet om: in 2024 is het aantal psychologische consultaties voor kinderen van 0 tot 4 jaar in België met 50 % gestegen. Die opvallende toename, opgemerkt door De Standaard, werpt licht op een vaak onderschatte realiteit: ook zeer jonge kinderen kunnen psychisch lijden, en hun moeilijkheden zijn vaak nauw verbonden met die van hun ouders.

Vroege signalen van psychisch onwelzijn herkennen

In de eerste levensmaanden beschikt een kind nog niet over woorden om zich uit te drukken. Zijn ongemak toont zich via functionele problemen — slapen, eten, emoties reguleren — of via ontwikkelingsstoornissen. Die alarmsignalen worden vaak opgemerkt door kinderartsen, crèches of Kind en Gezin, en wijzen op kwetsbaarheden in de ouder-kindrelatie, vaak gekleurd door uitputting of isolement.

Aan het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (HUDERF) biedt de eenheid Ouders-Baby sinds 2014 een antwoord op deze stille nood. Deze dagstructuur vangt baby’s van 0 tot 2,5 jaar op, samen met één of beide ouders — in dyades of triades. Twee à drie dagen per week nemen de gezinnen deel aan dagen vol spel, maaltijden, uitwisseling en rustmomenten, in een therapeutisch kader dat de baby, de ouder én hun band ondersteunt.

Vroeg ingrijpen is duurzaam voorkomen

De aanpak is multidisciplinair. Psychologen, kinderpsychiaters, verpleegkundigen en maatschappelijk werkers werken samen aan observatie, diagnose en begeleiding over een periode van meerdere maanden. De hulpvragen vallen doorgaans onder drie categorieën: verstoorde hechting, functionele problemen bij het kind, of ontwikkelingsmoeilijkheden.

Naast zorg biedt de eenheid ook een plek van ontmoeting en erkenning, waar ouders hun ervaringen kunnen delen, uit hun isolement raken en opnieuw vertrouwen kunnen opbouwen. In een samenleving die individualistischer wordt en waarin ouders vaak onder druk staan, is zo’n begeleiding van onschatbare waarde.

Onderzoek bevestigt het: hoe vroeger men ingrijpt, hoe kleiner het risico op zwaardere problemen op latere leeftijd. Volgens het Comité voor het nieuwe beleid inzake geestelijke gezondheidszorg voor kinderen en jongeren, kost het uitblijven van hulpverlening België jaarlijks bijna één miljard euro.

Zorgen voor de eerste banden is aan de wortel werken. Het betekent elk kind een veilige, affectieve basis bieden — en beseffen dat het nooit te vroeg is om hulp te vragen.