Hemorragische cystitis: een frequente maar weinig gekende complicatie
Een studie uitgevoerd in het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola werpt licht op een pijnlijke complicatie die één op de zeven kinderen treft na een stamceltransplantatie.
Hemorragische cystitis is een ontsteking van de blaas, met bloed in de urine. Ze kan hevige pijn veroorzaken, vooral tijdens het plassen, en in sommige gevallen leiden tot ernstige bloedarmoede waarvoor bloedtransfusies nodig zijn
Sommige kinderen die een beenmergtransplantatie hebben ondergaan, ontwikkelen een weinig zichtbare maar invaliderende complicatie: hemorragische cystitis. Pijn, bloed in de urine, langdurige ziekenhuisopnames... Deze aandoening treft één op de zeven getransplanteerde kinderen, maar blijft vaak onderbelicht. Dr. Pauline Mazilier, verantwoordelijk voor de afdeling beenmergtransplantatie in het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (Kinderziekenhuis, Brussel), bespreekt de bevindingen van een studie die ze samen met haar collega’s heeft uitgevoerd.
Wat is een stamceltransplantatie bij kinderen, en in welke context wordt deze toegepast?
Een transplantatie van hematopoëtische stamcellen – vaak een beenmergtransplantatie genoemd – dient om defect beenmerg te vervangen. Ze wordt voorgesteld aan kinderen met ernstige bloedziekten, aandoeningen van het immuunsysteem of bepaalde vormen van kanker.
In het Kinderziekenhuis worden deze transplantaties uitgevoerd binnen de dienst pediatrische hemato-oncologie.
U hebt zich verdiept in een specifieke complicatie: hemorragische cystitis. Wat houdt dat precies in?
Het is een ontsteking van de blaas, gepaard gaande met bloed in de urine. Dit kan hevige pijn veroorzaken, vooral tijdens het plassen, en in sommige gevallen leiden tot ernstige bloedarmoede waarvoor transfusies nodig zijn.
Deze complicatie kan twee oorzaken hebben: ofwel de toxiciteit van bepaalde behandelingen, zoals de chemotherapie die voorafgaat aan de transplantatie, ofwel een virale infectie, in het bijzonder door het BK-virus – een virus dat normaal onschuldig is maar pathogeen kan worden bij immuungecompromitteerde patiënten.
Ik heb dit onderwerp onderzocht in het kader van een bijkomende opleiding, omdat we deze complicatie regelmatig tegenkomen, ze ernstig kan zijn voor de patiënt, en er momenteel geen officiële richtlijnen bestaan voor de aanpak ervan.
Wat waren de resultaten van uw studie in het Kinderziekenhuis?
We hebben de dossiers van 163 getransplanteerde kinderen bekeken, tussen 2007 en 2022. Ongeveer 15% ontwikkelde hemorragische cystitis, wat de hoge frequentie van deze complicatie bevestigt.
In twee derde van de gevallen (66,7%) was het BK-virus de oorzaak, opnieuw geactiveerd door de immunosuppressie na transplantatie. Het gaat dus niet om een externe besmetting, maar om een stille reactivatie van een reeds aanwezig virus.
We vonden geen verband met leeftijd, donortype of de voorbereidende behandeling. Eén duidelijke risicofactor sprong er wel uit: de aanwezigheid van een ernstige acute GvHD (graft-versus-hostziekte), die een intensieve immuunsuppressieve therapie vereist. Deze kinderen blijken het meest kwetsbaar.
Hoe wordt dit momenteel behandeld? Zijn er doeltreffende therapieën?
Er bestaat geen gestandaardiseerd protocol. We starten altijd met ondersteunende zorg: overvloedige hydratatie om de urine te verdunnen en stolsels af te voeren.
We gebruiken ook cidofovir, een antiviraal middel dat actief is tegen het BK-virus. Het is de referentiebehandeling, maar het is moeilijk verkrijgbaar, wordt niet terugbetaald in België, is nefrotoxisch (schadelijk voor de nieren) en bovendien beperkt effectief, omdat het niet specifiek gericht is tegen het BK-virus.
In de meest ernstige gevallen doen we een beroep op intravesicale instillaties, hyperbare zuurstoftherapie (in samenwerking met het Militair Hospitaal Koningin Astrid in Neder-over-Heembeek), of op arteriële embolisatie – een invasievere ingreep om de bloedingen te stoppen.
Wat zijn de vooruitzichten om dit beter aan te pakken?
De echte uitdaging vandaag is om beter te begrijpen welke behandeling effectief is. De therapieën bestaan, maar worden onderling niet vergeleken. We missen robuuste gegevens en grotere cohorten.
Daarom proberen we samen te werken met andere centra, onder andere via de Belgische werkgroep pediatrische transplantatie (BSPHO) en de Société Francophone de Greffe de Moelle et de Thérapie Cellulaire (SFGM-TC).
Een erkende en gezamenlijke studie
De studie werd uitgevoerd in het Kinderziekenhuis met medewerking van Drs. Laurence Dedeken, Pierluigi Calo, Safiatou Diallo, Laure Kornreich, Stéphane Luyckx en Christine Devalck, in samenwerking met Dr. Eléonore Powis (Militair Hospitaal Koningin Astrid, Neder-over-Heembeek) en Dr. Adriano Salaroli (Jules Bordet Instituut, Anderlecht).
Dr. Mazilier stelde haar resultaten voor op het congres EBMT 2025 (European Society for Blood and Marrow Transplantation), een belangrijke bijeenkomst binnen de wereld van stamceltransplantatie.
Bekijk de wetenschappelijke poster: Présentation EBMT 2025
Bekijk de videopresentatie Lien LinkedIn – Medimix x EBMT