Pediatrisch onderzoek: het Institut Plotkin (ULB) en het UKZKF in de frontlinie van de wereldwijde strijd tegen Streptokok groep A
Er bestaat momenteel nog geen veilig en doeltreffend vaccin, maar sinds 2018 beschouwt de WHO het ontwikkelen van een vaccin tegen Streptokok groep A als een topprioriteit.
Het Europese Plotkin Institute of Vaccinology (epiv.eu) brengt onderzoeksteams in immunologie en microbiologie samen om infectieziekten in België en wereldwijd te bestrijden. Binnen dit kader voert dr. Gabrielle de Crombrugghe, kinderarts aan het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (UZKF) en aspirante bij het FNRS, grootschalig wetenschappelijk onderzoek uit naar Streptokok groep A, een bacterie die jaarlijks verantwoordelijk is voor meer dan een half miljoen overlijdens.
Haar project steunt op een geïntegreerde aanpak:
• één jaar klinisch onderzoek in Gambia, binnen het Medical Research Council, waar zij de transmissie, de diversiteit van de stammen en de immuunresponsen bestudeert;
• de analyse van de stalen aan het Institut Plotkin, waar zij de microbiologische en immunologische aspecten van de infectie verder uitdiept, met de expertise van de teams van professoren Anne Botteaux, Pierre Smeesters en Arnaud Marchant.
Internationale erkenning
In 2024–2025 hebben de onderzoeken van dr. Gabrielle de Crombrugghe geleid tot meerdere publicaties in toonaangevende wetenschappelijke tijdschriften:
The Lancet Microbe The Lancet Microbe 2 The Lancet Microbe 3 Nature Medicine Journal of Infectious Diseases Clinical Microbiology and Infection
Deze studies leveren cruciale gegevens aan voor de verdere ontwikkeling van een wereldwijd vaccin tegen Streptokok groep A, dat vandaag door de Wereldgezondheidsorganisatie als een absolute prioriteit wordt beschouwd.
Interview – Dr Gabrielle de Crombrugghe, kinderarts en onderzoekster aan het Institut Plotkin
Streptokok groep A blijft een belangrijke oorzaak van ernstige infecties wereldwijd. Wat maakt deze bacterie zo gevaarlijk, vooral bij kinderen?
Streptokok groep A (of Strepto A) veroorzaakt elk jaar wereldwijd een half miljoen overlijdens, voornamelijk in landen met een laag of middelmatig inkomen, met de hoogste mortaliteit in Sub-Sahara-Afrika. De bacterie kan uiteenlopende aandoeningen veroorzaken, van oppervlakkige infecties zoals keelontstekingen en impetigo tot ernstige invasieve infecties zoals meningitis, pneumonie of bloedbaaninfecties.
De belangrijkste oorzaak van sterfte zijn echter auto-immuuncomplicaties, vooral bij kinderen, waarbij het immuunsysteem zich tegen het eigen lichaam keert en de hartkleppen beschadigt, wat kan leiden tot hartfalen. Deze auto-immuunziekte is wereldwijd de voornaamste oorzaak van verworven hartziekten bij kinderen en adolescenten. In hoge-inkomenslanden is ze bijna verdwenen, maar in lage- en middeninkomenslanden blijft ze een belangrijke doodsoorzaak.
Als kinderarts én moeder ben ik al jaren geboeid door deze bacterie, die vooral kinderen en jongeren treft. Strepto A is een complexe bacterie die erin slaagt ons immuunsysteem te omzeilen, waarvoor behandelingen niet altijd doeltreffend zijn en waarvoor nog geen enkel vaccin beschikbaar is.
U verdeelt uw tijd tussen Gambia en het Institut Plotkin voor vaccinologie in Anderlecht. Hoe combineert u terreinwerk met laboratoriumonderzoek in uw dagelijkse praktijk?
Sub-Sahara-Afrika kent de hoogste mortaliteit door Strepto A, maar paradoxaal genoeg beschikken we over weinig gegevens over de circulatie en de aanwezigheid van de bacterie in deze regio. Om daar een effectief vaccin te ontwikkelen, moeten we de diversiteit van de serotypen kennen die lokaal circuleren.
In het kader van mijn doctoraat nam ik deel aan de SpyCATS-studie (Streptococcus Pyogenes Carriage Acquisition and Transmission Study), die gedurende twaalf maanden de diversiteit van circulerende stammen bestudeerde binnen een gemeenschap van 400 personen in Sukuta, Gambia. Deze studie onderzocht zowel de transmissiemechanismen als de manier waarop het immuunsysteem reageert op infecties.
Tijdens deze studie heb ik twaalf maanden in Gambia gewerkt, waar ik het terreinwerk, de medische opvolging en de staalafname coördineerde. Na afloop ben ik teruggekeerd naar het laboratorium voor moleculaire bacteriologie van het Institut Plotkin. Het merendeel van de stalen werd ter plaatse geanalyseerd aan het Medical Research Council Gambia (MRCG). Een deel werd overgebracht naar Brussel voor meer specifieke analyses, onder supervisie van professoren Anne Botteaux, Pierre Smeesters en Arnaud Marchant.
Ondanks mijn terugkeer naar Brussel blijft de samenwerking tussen ons laboratorium en het MRCG bijzonder levendig. Vorige maand was ik opnieuw in Gambia in het kader van dit partnerschap. Ik maakte van de gelegenheid gebruik om mijn zoon, die aan het einde van de studie werd geboren, voor te stellen aan mijn Gambiaanse collega's en de deelnemende gezinnen.
Het MRCG is een toonaangevend onderzoekscentrum in West-Afrika en werkt al vele jaren nauw samen met de teams van het Institut Plotkin. Na mijn doctoraat zal ik terugkeren als kinderarts in het Universitair Kinderziekenhuis Koningin Fabiola (UZKF), en ik hoop deze wetenschappelijke samenwerking met het MRCG te kunnen voortzetten.
Uw werk werd gepubliceerd in The Lancet Microbe, Nature Medicine en het Journal of Infectious Diseases. Wat beschouwt u als de meest opvallende bevindingen uit deze onderzoeken?
Onze studies hebben duidelijk aangetoond hoe beperkt de epidemiologische gegevens zijn uit landen met een laag of middelmatig inkomen, vooral in Sub-Sahara-Afrika, waar de mortaliteit door Strepto A het hoogst is. Er is dus nood aan stevige observationele studies om beter te begrijpen hoe deze ziekteverwekker zich gedraagt in deze regio’s en om te verzekeren dat een toekomstig vaccin er ook effectief zal werken.
De SpyCATS-studie maakte het mogelijk de diversiteit van de circulerende serotypes te analyseren en toonde aan dat die aanzienlijk groter is dan in welvarende landen. We konden ook aantonen hoe belangrijk huidaandoeningen zijn in Gambia, terwijl wij hier vooral keelontstekingen zien. De transmissiemechanismen lijken dus te verschillen naargelang de populatie, en dat moet worden meegenomen in de vaccinatiestrategie.
Daarnaast hebben we het belang benadrukt van asymptomatisch dragerschap, in de keel of op de huid — volledig zonder symptomen voor de drager, maar wel in staat om een infectie te veroorzaken bij anderen. Onze studie, die een breed leeftijdsspectrum omvatte van pasgeborenen tot grootouders, bracht ook cruciale verschillen aan het licht tussen kinderen, die veel vatbaarder zijn voor infecties, en volwassenen. De analyse van natuurlijke immuunresponsen op verschillende leeftijden biedt perspectief voor bepaalde kandidaat-vaccins die momenteel onderzocht worden.
U werkt op termijn mee aan de ontwikkeling van een vaccin tegen Streptokok groep A. Wat zijn vandaag de belangrijkste pistes of hoopvolle vooruitzichten op dit gebied?
Ondanks honderd jaar onderzoek bestaat er nog steeds geen veilig en doeltreffend vaccin. De grote diversiteit van de stammen — meer dan 200 circulerende serotypen — vormt een belangrijk obstakel. Sinds 2018 beschouwt de WHO de ontwikkeling van een vaccin tegen Strepto A echter als een topprioriteit, met de ambitie om tegen 2035 een werkzaam vaccin te hebben.
Internationale onderzoeksteams werken samen aan verschillende kandidaat-vaccins, waarbij ze diverse eiwitten als mogelijke doelwitten bestuderen en trachten te begrijpen welke immuunmechanismen effectief beschermen. Een opmerkelijke Australische studie, waarin onderzoekers bewust Strepto A toedienden bij gezonde vrijwilligers om hun immuunrespons te analyseren, evenals observationele studies zoals SpyCATS, dragen bij tot een beter begrip van deze beschermingsmechanismen.
Deze gegevens zijn van onschatbare waarde om het vaccinonderzoek te sturen en om de ontwikkeling van een veilig en doeltreffend vaccin te versnellen.