Iedereen die in een ziekenhuis
werkt, weet ongetwijfeld het
bestaan af van het zogenaamde
patiëntendossier.
Maar kennen we ook allemaal
het nut van zo’n dossier en de
bijgaande verplichtingen?
De wet op de patiënten rechten,
die in 2002 van kracht werd,
omvat onder meer het recht
voor de patiënt om zijn medisch dossier
te raadplegen en er zelfs een kopie van
te krijgen. Een ingrijpende verandering,
althans in de geesten van de mensen.
We staken daarover ons licht op bij
Thérèse Locoge, administratief directeur
van het UVC Brugmann en hoofd
van de juridische dienst, en bij
dr. Thierry Schurmans, hoofdgeneesheer
van het Universitair Kinderziekenhuis
Koningin Fabiola.
Goed geregelde communicatie
Het patiëntendossier bestaat uiteraard
al geruime tijd. De wet van 2002 bepaalt
dat de patiënt zijn 'objectief' dossier
mag inkijken (met andere woorden:
niet de persoonlijke aantekeningen van
de artsen). Hij mag het dus raadplegen
of doen raadplegen door een vertrouwenspersoon,
eventueel onder begeleiding
van een gezondheidsprofessional.
De patiënt heeft ook het recht om een
kopie te krijgen van zijn dossier en die
vervolgens te bezorgen aan wie hij wil.
Dat recht is allesbehalve onschuldig, al
mogen de bepalingen van de wet niet
overschat worden. Een patiëntendossier
is immers een geheel van medischtechnische
gegevens die meestal vermeld
worden zonder commentaar en
uitleg. Die informatie helemaal alleen moeten doorploegen, kan dan ook heel
beangstigend overkomen (en soms ook
compleet zinloos zijn). “Vandaar dat we
altijd de geest van de wet proberen te
respecteren, waarbij de patiënt als een
zorgpartner wordt beschouwd, in plaats
van hem gewoon te confronteren met
zijn dossier”, aldus Thérèse Locoge. Ter
herinnering: je medisch dossier raadplegen,
is zeker niet de enige manier voor
de patiënt om zich te informeren over
zijn gezondheidstoestand en zijn behandeling. “Het belangrijkste informatiekanaal
blijft de mondelinge communicatie
tussen arts en patiënt, en de raadpleging
van het medisch dossier doet geen
afbreuk aan die vertrouwensband”.
De elektronische revolutie
De digitalisering van alle patiëntendossiers zorgt voor enige onrust. Ligt Big Brother niet op de loer in de ziekenhuiswereld? “Die vrees is ongegrond”, zo klinkt het geruststellend bij Thérèse Locoge. “We mogen immers geen gegevens doorspelen aan een externe instelling, en daar is trouwens ook nooit vraag naar.” De intrede van de computer en de digitalisering van de dossiers is veeleer een extra waarborg voor vertrouwelijkheid, zoals dr. Thierry Schurmans uitlegt. “Vroeger moest je gewoon naar het archief gaan om een dossier in te kijken en te vragen om het te mogen raadplegen in naam van een ziekenhuispatiënt. Er was geen identiteitscontrole en evenmin follow-up, en alleen het meenemen en het terugbrengen van het dossier naar het archief waren naspeurbaar. Vandaag kunnen we echter nagaan wie het dossier heeft geraadpleegd en wanneer, en zelfs welke delen van het dossier de persoon in kwestie heeft ingekeken. Het is dus gemakkelijker om eventuele misbruiken op te sporen. De lijst van personen die het dossier al voordien geraadpleegd hebben, is trouwens het eerste gegeven dat verschijnt zodra je een patiëntendossier opent. Om maar te zeggen dat er altijd een spoor van achterblijft. Ik raad mijn collega’s die zich laten behandelen in het ziekenhuis dan ook aan om hun eigen dossier te raadplegen, om te checken wie het allemaal heeft ingekeken.”
Er bestaan uitzonderingen
De patiënt mag weliswaar zijn dossier raadplegen, maar de gegevens in het dossier zijn strikt beschermd door het beroepsgeheim. Dit patiëntenrecht kent dan ook enkele beperkingen.
Twee verschillende dingen
Het patiëntendossier bevat alle belangrijke gegevens over de gezondheidstoestand van de patiënt en diens behandeling. Het medisch geheim dekt uiteraard al die informatie, maar niet alleen. De deontologische code voor artsen bepaalt namelijk dat de arts “alles wat hij ziet, verneemt, vaststelt en ontdekt bij de uitoefening van zijn beroep of naar aanleiding van de uitoefening van zijn beroep, moet geheimhouden”. De geheimhoudingsplicht is dus veel ruimer dan alleen het patiëntendossier. Bovendien zijn niet alleen artsen en zorgverleners onderworpen aan het beroepsgeheim. Alle personeelsleden van het ziekenhuis die toegang hebben tot de patiëntengegevens – van facturatie bedienden tot personeelsleden die de patiëntengegevens invoeren en anonimiseren, alvorens ze voor evaluatie te versturen naar de FOD Volksgezondheid – zijn onder worpen aan dezelfde discretieplicht.
Auteur : Marion Garteiser
Bron : Osiris News
(nr
9, december 2007-februari 2008)