De consultatie voor slaapstoornissen helpt gezinnen bij het oplossen van slaapproblemen van hun kind (moeilijkheden bij het inslapen, 's nachts wakker worden en huilen, abnormale bewegingen tijdens de slaap, snurken en abnormale geluiden tijdens de slaap, vermoeidheid of slaperigheid overdag) en ook bij de behandeling van slaapstoornissen bij de ademhaling. Bij zeer jonge kinderen wordt ook het risico op wiegendood beoordeeld en worden zuigelingen met één of meer risicofactoren behandeld.
Dankzij de gecombineerde bijstand van een kinderarts, een diëtiste en een psycholoog, verzekert het team een multidisciplinaire opvang voor voedings- of psychologische problemen geassocieerd aan de slaapstoornissen.
Slaaponderzoeken kunnen ambulant worden uitgevoerd of in de Neurologie, Epilepsie en Slaap Eenheid | Week Eenheid (66S), met name om de slaap van de kinderen te bestuderen en onder andere de ademhalingscapaciteit tijdens de verschillende slaapfasen te evalueren. Afhankelijk van de ernst van de slaap-gestoorde ademhaling, de leeftijd van het kind en eventuele onderliggende pathologie, wordt een behandeling voorgesteld.
Meer informatie over de ziekenhuisopname.
Slaapgerelateerde problemen omvatten :
Deze tekenen moeten met de kinderarts of de behandelende arts worden besproken, want zelfs ouders denken bij deze tekenen niet noodzakelijk aan een pathologische slaap.
In de eerste levensweken en -maanden van hun baby staan ouders vaak doodsangsten uit omwille van het plotse overlijden bij zuigelingen. Wat zijn de risicofactoren en de goede praktijken ter preventie van wiegendood ?
Wiegendood bij zuigelingen: vragen over slaap en nachtrust - Huderf 30 ans | Ukzkf 30 jaar
Opgericht door André Kahn in de begindagen van het Universitair KinderZiekenhuis Koningin Fabiola, heeft de eenheid zich in de eerste plaats toegelegd op het onderzoek naar de oorzaken van wiegendood, alsook op de preventie ervan en de verzorging van de families die een sterfgeval hebben meegemaakt. Dankzij deze vooruitgang is de kennis van de risicofactoren verder ontwikkeld en hebben preventieve maatregelen het mogelijk gemaakt om de veiligheid van de slapende zuigeling te verbeteren. Dit dankzij enerzijds cardiorespiratoire bewakingsapparatuur, en anderzijds door middel van adviezen, die snel door de gezinnen worden opgevolgd. Deze maatregelen hebben bijgedragen tot een daling van de post-neonatale sterfte (28-365 dagen) met ongeveer 60%.